Iedereen heeft iets te verbergen…
“Als je niets te verbergen hebt, heb je niets te vrezen!” Voorstanders van meer bevoegdheden voor politie en veiligheidsdiensten gebruiken steevast dat argument. Ook in de discussie over de nieuwe “sleepwet” wordt het vaak gebruikt. Met het argument wordt er eigenlijk gesuggereerd dat wie kritiek op de bevoegdheidsuitbreiding heeft, blijkbaar “iets te vrezen heeft”. Ook de critici zijn dus meteen “verdacht”.
Als we echter iets langer naar het argument kijken, lijkt het in de kern al geen stand te houden, aangezien iedereen in meer of mindere mate iets te verbergen heeft. De meeste mensen delen niet met iedereen wat ze met hun dokter bespreken of wat een vriend of familielid hen in vertrouwen heeft verteld. Mag iedereen te allen tijde weten waar je bent, met wie je bent, wat je doet en wat je interesses zijn? “Natuurlijk niet”, zullen ook de meeste voorstanders terecht zeggen.
…dus iedereen heeft iets te vrezen.
Blijkbaar zit het hem dus niet zo zeer in het “niets te verbergen”-deel van het argument, maar meer in het “niets te vrezen” deel. Want zolang alleen de overheid over al die gegevens beschikt is het voor de meeste voorstanders prima. Maar is dat vertrouwen gerechtvaardigd? Uit de geschiedenis blijkt dat een verandering van regime heel onverwachts plaats kan vinden. Het in Nederland zo goed functionerende bevolkingsregister, was begin jaren ’40 een “geschenk uit de hemel” voor de Duitse bezetter in diens zoektocht naar Joden en andere “ongewenste personen”. Op 27 maart 1943 werd er door verzetsstrijders daarom zelfs een aanslag gepleegd op het Amsterdamse bevolkingsregister om zoveel mogelijk persoonsgegevens te vernietigen. Deze verzetsstrijders zijn na de oorlog (postuum) geëerd als helden. Blijkbaar hield het argument “niets te vrezen” toen geen stand. Waarom nu wel?
Blind vertrouwen in wat niet werkt
Als het bevolkingsregister in 1943 al levensgevaarlijk was in de handen van de verkeerde mensen, hoe gevaarlijk is het hedendaagse equivalent dan wel niet? Je moet dus wel heel veel vertrouwen hebben in de overheid om ze dit “wapen” in handen te willen geven. En dat terwijl overheden bovendien een uitzonderlijk slechte staat van dienst hebben als het gaat om gegevensbescherming. Met enige regelmaat belandt gevoelige informatie over burgers op straat door fouten en gebrekkige beveiliging. En waarom zouden we overheden de bevoegdheid geven om nóg meer informatie over burgers te verzamelen, als uit de praktijk van vrijwel alle recente terroristische aanslagen blijkt, dat de daders al bekend waren bij de veiligheidsdiensten. Juist een teveel aan informatie was steevast het probleem.
De oplossing lijkt volgens voorstanders te liggen in datamining. Je vangt met een “digitaal sleepnet” zoveel mogelijk data over zoveel mogelijk burgers en laat er algoritmen op los. De vrijheid van de burger om zich naar de buitenwereld te presenteren erodeert zo, en hij wordt voor de manier waarop hij (voor de overheid) gepresenteerd wordt, overgeleverd aan op assumpties gebaseerde algoritmen. Met alle risico’s van dien voor de onschuld presumptie.
Denk bijvoorbeeld aan een PhD student biotechnologie die online, legaal chemicaliën koopt voor een experiment, en daarom plots met een gewapende politie-inval te maken krijgt. Puur omdat er bij gedragingen zoals het aankopen van chemicaliën wordt aangenomen dat die duiden op een terroristisch oogmerk.
Minority Report een goed idee?
Bepaalde rechten die wij nu als een groot goed zien, bestonden vroeger niet. Waar nu bijvoorbeeld homokoppels kunnen trouwen, was homoseksualiteit in het verleden ronduit verboden. Ondanks het verbod, waar menigeen slachtoffer van is geworden, bleef het fenomeen homoseksualiteit bestaan en langzaam erodeerde steun voor het verbod, met als uiteindelijk gevolg dat we anno nu het homohuwelijk kennen.
Maar wat nu als overheden in die tijd beschikten over een 100% efficiënt sleepnet, zoals in de science fiction film Minority Report. Als homoseksualiteit zelfs niet stiekem kon bestaan omdat de overheid alles van iedereen wist. Wist waar iedereen was, met wie, wat iedereen kocht, de boeken die men las, wie men sprak, etc. Hadden we dan ooit kunnen ontwikkelen tot een samenleving waarin homoseksualiteit nu legaal was? Waarschijnlijk niet. Hoe beter het sleepnet, des te beter de status quo gehandhaafd blijft en het is de vraag of we dat moeten willen.
Dus…
Waarom zouden we een wetsvoorstel als de nieuwe “Sleepnet” dan steunen? Uit angst? Moeten we banger zijn voor “terroristen” dan voor de risico’s die het hebben van een alziende overheid met zich meebrengt? En als echt alles zou moeten wijken voor het bestrijden van terrorisme, waarom stoppen we dan niet eerst met militaire interventies/ illegale oorlogen in islamitische landen? Waarom pakken we niet de oorzaken aan, in plaats van symptomen te bestrijden ten koste van individuele vrijheid?