Een theorie voor een maximale belastingbuit en waarom dat niet past in een libertaire samenleving. In dit artikel duiken we in de theorie van de Amerikaanse econoom Arthur Laffer. De theorie is oorspronkelijk bedoeld om te pleiten voor een lagere belastingdruk (waar Libertariërs voor zijn). Maar het kan ook worden gebruikt door een overheid om zo veel mogelijk geld uit de economie te onttrekken/stelen.
Uitleg Laffercurve
De Laffercurve is een illustratie van een theoretisch verband tussen belastingtarieven en belastingopbrengsten. De Laffercurve theorie stelt dat als er te hoge belastingtarieven zijn, de belastingopbrengsten lager worden, aangezien er minder gewerkt wordt. De grafiek (bovenaan het artikel) geeft aan dat bij een belastingtarief van 0% de overheid geen inkomsten ontvangt. Maar bij een belastingtarief van 100% ontvangt de overheid ook niks (de bedoeling van Arthur Laffer is nooit geweest bij de Laffercurve ijverig op zoek te gaan naar het hoogst haalbare belastingpercentage, want dat is toch niet vast te stellen, maar om het percentage steeds bescheiden te houden om zoveel het risico te vermijden voorbij het optimale percentage te raken, juist omdat dit percentage niet duidelijk waarneembaar is). Het “ideale” belastingtarief volgens de Laffercurve stimuleert individuen en bedrijven om zoveel mogelijk toegevoegde waarde te creëren. Dan groeit de economie en daar kan of wil de overheid dan weer optimaal van profiteren door meer geld uit de economie te trekken/stelen.
Er is dus ergens een balans (op de piek van de kromme). Dat verschilt per land en per situatie. Er is dus geen belastingpercentage op die ‘ideale’ balans te plakken. De grafiek is slechts een illustratie van hoe het ongeveer zou kunnen zijn, dus die balans ligt niet “in het midden” bij 50% belastingdruk.
Toepassing in de praktijk
Thatcher (Verenigd Koninkrijk) en Reagan (VS) betoogden in de jaren 80 dat het toenmalige belastingpercentage (ver) over de top van de curve was. De te hoge belasting remde de economische groei en dus daalden ook de belastinginkomsten. Belastingverlaging was de oplossing. In het Verenigd Koninkrijk leidde dat inderdaad tot meer belastinginkomsten. In de VS niet.
In Nederland is de belasting- en premiedruk 39,2% (volgens het CBS, gemeten in een coronajaar, 2021, een aandeel indirecte belastingen is in dit cijfer niet meegenomen). Aangezien de Laffercurve geen percentage als het ‘juiste’ percentage ziet is het lastig te zeggen of Nederland over de top van de Laffercurve zit of eronder.
Vergeleken met andere landen hanteert Nederland wel een erg hoog belastingpercentage. Ieder jaar brengt The Heritage Foundation een lijst van vrijste economieën uit. De Index of Economic Freedom. Bij ieder land wordt ook een rapport geschreven. De score komt voort uit een aantal vaste gegevens (zie https://www.heritage.org/index/about voor de details). Op nummer 1 staat Singapore met een score van 84.4 procent. Nederland staat in 2022, ondanks alles, op een 8ste plek. Het rapport geeft wel aan dat Nederland ontzettend slecht scoort op het punt van een te hoge belastingdruk en op te grote overheidsuitgaven (veel overheidsbemoeienis in de economie).
De top-3 van vrijste economieën (respectievelijk Singapore, Zwitserland en Ierland) hebben allemaal één ding gemeen. Ze scoren vele malen beter dan Nederland op het punt van belastingdruk en lagere overheidsuitgaven. In die landen is dus een lagere belastingdruk dan in Nederland. Of zij beneden het ‘ideale’ percentage in de Laffercurve zitten is lastig vast te stellen. Maar de economieën, individuen en bedrijven floreren in ieder geval wel in die landen.
Libertair perspectief op de Laffer curve
De Laffercurve past op het eerste oog in een libertaire samenleving. De Laffercurve bepleit in het algemeen een lager belastingtarief of zoekt op zijn minst een betere balans. Maar een strikte toepassing van de Laffercurve houdt wel in dat je accepteert dat je een (grote) overheid hebt die veel geld onttrekt/steelt van individuen en bedrijven. Een grote overheid en een vrije markt gaan niet samen. Vroeg of laat wordt die overheid te groot.
De Laffercurve is een echt neoliberaal instrument. De definitie van het neoliberalisme is: een stroming binnen het liberalisme, waarin de overheid de rol heeft van schepper en handhaver van markten en van toezichthouder op concurrentie. Libertariërs verwerpen dus in principe het neoliberalisme omdat de overheid dan nog steeds te veel zeggenschap en een te grote rol in de economie heeft.
Ten behoeve van een eerste stap (belastingverlagingen) zou er misschien in een libertaire samenleving oog voor de theorie van Laffer kunnen zijn. Maar het blijft uiteindelijk een soort van “rechtvaardiging” om de overheid groot te houden. En dat verwerpt het Libertarisme uiteraard.
Voetnoten
https://beleggen.com/laffer-curve/
https://nl.wikipedia.org/wiki/Laffercurve#:~:text=De%20laffercurve%20of%20lafferkromme%20geeft,dat%20er%20minder%20gewerkt%20wordt.
Over de gemiddelde belasting- en premiedruk, zie ook het artikel “Belastingdruk 2021 neemt heel licht af. Hogere belastingdruk blijft de trend” in:
https://stemlp.nl/stikstof/
OPMERKING: Buiten de vakliteratuur is er grote kritiek op de Laffercurve, omdat deze tariefsverlaging zou propageren, welke voor een opbrengstverhoging zou zorgen, terwijl in de praktijk een belastingopbrengstverlaging resulteert. Dat klopt, en kan ook bijna niet anders. MAAR – dit effect geldt alleen voor de korte termijn. De productiefactoren in de economie moeten tijd krijgen zich aan te passen. Waar het langer duurt voordat de belastingopbrengst hoger wordt blijkt er iets anders aan de hand te zijn, zoals een gelijktijdig intredende economische crisis.