|

Edwin Delsing

De uitgelekte troonrede

Leden van de Staten-Generaal, De huidige tijd vraagt om bereidheid tot verandering van ons allen. De wereldwijde coronacrisis heeft zijn sporen in Nederland nagelaten. De snelheid waarmee de gebeurtenissen zich in het achter ons liggende jaar hebben voltrokken, was ongekend.
Mensen verliezen hun baan, bedrijven zitten in zwaar weer, jarenlang opgebouwde spaartegoeden slinken zienderogen en de enorme inflatie maken de dagelijkse boodschappen onbetaalbaar.

De overheidsfinanciën vertonen grote tekorten en de staatsschuld is verder opgelopen. De gevolgen hiervan zullen nog door vele generaties worden gevoeld.
Bovendien hebben de naweeën van de toeslagenaffaire, de problemen met de gaswinning in Groningen, de aanpak van de stikstofcrisis en het gevoerde asielbeleid het vertrouwen in de politieke bestuurders ondermijnd.
Door dit alles is onder de bevolking grote onvrede ontstaan, met de boeren als vlaggendrager. Hun symbool – de omgekeerde Nederlandse vlag – is een schrijnend signaal voor de afstand die boeren en  burgers voelen tot de bestuurders; het dichten van deze kloof zal de hoogste prioriteit krijgen en in samenspraak met de burgers worden aangepakt. Want alleen door samen krachtig de schouders eronder te zetten kan een economisch voorspoedig en sociaal krachtig Nederland worden bewerkstelligd.

Wij hebben elkaar en ons land veel te bieden door actief en daadkrachtig samen te werken aan een samenleving. waarin iedereen zich in vrijheid en met respect voor elkaar kan ontplooien en zijn eigen ambities en geluk kan nastreven.

Voor mensen die vluchten voor geweld en in ons land asiel zoeken komen nieuwe procedures. Statushouders zullen binnen drie jaar in hun eigen onderhoud moeten voorzien. De regering zal geen uitkeringen meer verstrekken, maar is bereid hun de eerste drie jaar een lening op zachte voorwaarden te geven om hun de tijd te geven een leven op te bouwen. Deze lening zal moeten worden terugbetaald binnen tien jaar.

De analyse van het World Economic Forum heeft uitgewezen dat als de welvaart achteruitgaat en de staatsschuld stijgt, het moeilijker wordt om de kosten te dragen van een vergrijzende bevolking en van de noodzakelijke energietransitie. De weg naar een economie op grond van de eisen die het lidmaatschap van de Europese Unie ons oplegt, zal niet leiden tot meer welvaart. Ongewijzigd beleid zal ernstige en onwenselijke gevolgen hebben voor het welzijn en de levensvreugde van de burgers, voor de hoogte van belastingen en sociale premies, voor de werkgelegenheid.

De regering acht het niet verantwoord deze rekeningen door te schuiven naar toekomstige generaties. Wij zullen geen nieuwe schulden aangaan zonder dat die zijn geaccordeerd door een bindend referendum.

Jongeren kunnen nauwelijks een betaalbare woning vinden, en hun perspectief op een gelukkige toekomst is sterk aangetast. De overheid zal bij gronduitgifte de mogelijkheid bieden de grond te pachten, zodat financiering van de woning ook voor jongeren eerder haalbaar is.

Als ze straks tijdens hun werkzame leven ook de lasten van een vergrijsde bevolking moeten dragen, is dat extra zuur. Dit mogen wij niet laten gebeuren!
In dit licht heeft de regering het voornemen om de AOW gradueel over de komende dertig jaar af te bouwen en opbouw van een pensioenvoorziening aan individuen zelf over te laten. Vanzelfsprekend vergt dit eigen verantwoordelijkheid van de burgers. Een daartoe op te richten Financieel Voorlichtingsbureau zal adviezen en voorlichting geven in samenwerking met marktpartijen om de overgang naar dit nieuwe systeem zo geruisloos en eenvoudig mogelijk te maken. Pensioenopbouw zal verder fiscaal worden gefaciliteerd. Voor het eind van dit jaar zal een voorstel van een Wet pensioentransitie worden ingediend, waarvan de regering hoopt dat deze op 1 januari 2024 in werking kan treden.

De regering zal het komende halfjaar fundamentele veranderingen voorbereiden op een twaalftal brede terreinen in de collectieve sector. De insteek is gericht op afbouw van collectieve voorzieningen en bevordering van individuele keuzes. Uiteraard gaat dat gepaard met een substantiële verlaging van belastingen, zowel voor bedrijven als voor burgers.
De Voorjaarsnota 2023 biedt de eerste gelegenheid om tot maatregelen te komen. Om bij te dragen aan het noodzakelijke herstel van de overheidsfinanciën zal onderzocht worden waar maatschappelijke doelen kunnen worden gerealiseerd zonder – of in ieder geval met significant lagere – overheidsgelden. Deze aanpak moet zicht geven op verantwoorde mogelijkheden om publieke diensten voor burgers te minimaliseren en waar ze in stand blijven effectiever en doelmatiger uit te voeren. De regering wil zo verantwoordelijkheden tussen overheden en burgers anders en beter vormgeven.

De veranderingen zullen in nauwe samenwerking met marktpartijen worden opgezet en moeten ertoe leiden dat onderwijs, kennis, innovatie en ondernemerschap doelgerichter worden ingezet, opdat economische activiteiten vanuit individuele capaciteiten worden aangemoedigd en groei het gevolg zal zijn. Juist de daadkracht en gedrevenheid van individuen krijgen zo meer ruimte, een essentiële voorwaarde om een welvarender samenleving te bereiken. Belangrijke sectoren van het Nederlandse bedrijfsleven met een toonaangevend kennisniveau in de wereld, zoals waterbeheer, landbouw, hightech en visserij, klimaat en milieu, kunnen daaraan bijdragen zonder grote overheidsbemoeienis.

In deze moeilijke tijd acht de regering het van belang dat mensen zich met elkaar verbonden weten, elkaar respecteren en samen verantwoordelijkheid dragen. Hierin past een bescheiden bemoeienis van de overheid.

De moeizame integratie van sommige groepen in de samenleving, onfatsoenlijk en respectloos handelen van velen in de openbare ruimte en crimineel gedrag van groepen jongeren blijken hardnekkig. Ook desinformatie, nepnieuws en opruiing ontwrichten de stabiliteit van de samenleving. De regering treedt daarom niet alleen consequent op tegen plegers van delicten, maar pakt ook oorzaken van problematisch gedrag aan. De samenwerking van justitie, politie en lokaal bestuur is daarvoor essentieel.

De regering zal de weerbaarheid van onze samenleving vergroten door meer ruimte te geven aan burgerinitiatieven en organisaties en met hen actieve samenwerking zoeken. Wederzijds vertrouwen is daarbij van onmisbaar belang.

Een economisch en sociaal krachtig Nederland vergt samenwerking in Europa en daarbuiten. Nederland heeft veel te winnen bij een duurzame en open wereldeconomie. Ruim zestig procent van onze werkgelegenheid hangt daarvan rechtstreeks af. De regering zet zich in voor vrije en eerlijke wereldhandel en beter toezicht op de internationale financiële sector.
De huidige problemen verzwaren de opgave om armoede en sociale ongelijkheid aan te pakken. Door meer aan de burgers zelf over te laten zullen zij creatieve oplossingen ontwikkelen die de samenleving als geheel vreedzamer en welvarender maken.

Ons land maakt zich sterk voor mensenrechten, vrijheid en rechtsorde. Deze waarden vinden in Europa hun oorsprong, en samenwerking met Europese landen is welkom. De Nederlandse normen en culturele waarden moeten behouden blijven. Dit lijkt steeds moeilijker te worden binnen de Europese Unie als politiek samenwerkingsverband en de regering wil dan ook inzetten het lidmaatschap te beëindigen. Van belang is wel dat uittreding goed doordacht en gepland, en met inachtneming van aangegane verplichtingen dient te gebeuren.

Inmenging in buitenlandse conflicten zonder dat we met dit land in oorlog zijn, wordt slechts in NAVO-verband ondersteund. Nederland zal niet langer meedoen aan zogenoemde vredesmissies.

In het belang van de burgers zullen alle betrokkenen zich moeten inspannen om het komend jaar de nieuwe regelingen tot stand te brengen.

Leden van de Staten-Generaal, ons land staat voor een uitzonderlijke, maar geenszins onmogelijke opgave.
Met daadkracht en met de bereidheid tot verandering kunnen wij de kansen benutten voor een economisch en sociaal krachtig Nederland. De regering doet daartoe een beroep op iedereen die in Nederland woont. Er rust een verantwoordelijkheid op ons allen, jong en oud, werkenden en niet-werkenden, bestuurders en ingezetenen. De regering spreekt de hoop uit dat iedereen zich daarvan bewust is en ernaar zal handelen.
Op u, leden van de Staten-Generaal, rust de zware verantwoordelijkheid om, samen met de regering, initiatief te nemen. U mag zich daarin gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen.

Dinsdag 20 september 2022