Soms is het even stil als je vol trots vertelt dat je libertariër bent en wordt er gauw van onderwerp veranderd. Waarom dat zo is, besefte ik pas goed toen ik in een toespraak van Robert Kardinaal Sarah (een conservatieve Rooms-Katholieke kardinaal in de VS) hoorde hoe hij “Libertarians” verbond met “the practical atheism of our age”. En niet zomaar, hij fulmineerde tegen de seculiere goden, en bracht Libertarisme in verband met de stroming die als hoogste waarde “seks” heeft aangenomen.
Volgens mij verwarde deze eminentie het Libertarisme met Libertinisme. Letterlijk zei hij over de seculiere mainstream: “one must put trust in something. What do you believe in? What is your God? For many in the secular culture it is sex, and all its libertarian liberties. For others, it is positivist understanding of nature … (etc.)” (minuut 9:15 – 9:50)
Wat is libertinisme?
ls er aldus zo’n pijnlijke stilte valt, dan kan dat zijn omdat je plotseling beschouwd wordt als een van libido overlopende Libertijn. Je zou na afloop van het gesprek zelfs wat creatieve voorstellen riskeren. Nemen we even aan dat het inderdaad zo liep. Dan wil je misschien het verschil tussen libertarisme en libertinisme uitleggen. Daarom hier: wat is Libertinisme?
In Het Libertarische Sociaal Contract beschrijft Ratio het Libertinisme alsvolgt:
“Libertinisme is puur op sexualiteit gericht, het is geen politieke stroming. Omdat het soms met Libertarisme verward wordt is een korte beschrijving gerechtvaardigd. Libertinisme combineert een absolute individuele vrijheid met een drang naar genot en bevrediging van de driften. Hedonisme. Grenzen zijn er niet, moraal, geweten en religie zijn niet relevant, de individuele behoeftebevrediging staat centraal. NAP is totaal afwezig.”
Een blozend lachje, als je uitlegt dat het libertarisme als filosofie welsiwaar zelfbestemming als axioma beschouwt, maar dat een libertair nooit geweld, bijvoorbeeld grensoverschrijding, zal initiëren, terwijl een libertijn, … na ja.
Het blijft natuurlijk enigszins een raadsel waarom nu uitgerekend een Amerikaanse Rooms-Katholieke kardinaal de twee begrippen met elkaar verwart. Voor de religie die de zelfopoffering van God verheerlijkt, is individuele behoeftebevrediging iets wat moeilijk ligt. Libertinisme staat daar duidelijk in het verdomhoekje. Maar om het Libertarisme erbij te halen blijft toch een opmerkelijke verspreking. Zou het kunnen, dat het Libertarisme in Vaticaanse kerkelijke kringen eveneens in dat verdomhoekje staat? En veronderstelt dat dan dat het stapje van het “selfish ideal” naar zondige vormen van seks heel klein is?
Dieper als een Roomse verspreking: de vrije wil
Op het eerste gezicht misschien vermakelijk, maar de filosofische verwijdering tussen een individualistische Rooms-Katholiek (m/v) tot het magisterium van de kerk zit heel diep, en kan leiden tot individuele schisma’s. Dat “magisterium” is een begrip om te onthouden. Het is de claim die de RK kerk zelf legt op haar autoriteit om het Christelijk geloof en de geschriften van de Bijbel uit te leggen. Daartegenover staat de Libertarische opvatting, dat voor het individu slechts de eigen moraliteit de hoogste autoriteit is. Het is prima om wijsheid en raad van anderen te vernemen, prima om een leer te kennen, maar de levenskeuzes maak je uiteindelijk zelf. Met andere woorden: de leer kan goed zijn, maar niet het leergezag.
Dit is voor vertegenwoordigers van “leergezag” natuurlijk problematisch. Het werd heftig bediscussieerd toen Paus Franciscus zich zeer kritisch had geuit over het Libertarisme. Een artikel in de “transatlantic blog” van het Acton Institute (Religion & Liberty) van 5 mei 2017 gaat er dieper op in. Het is getiteld: Pope Francis’s attack on ‘libertarian individualism’ not about libertarians. De auteur, de eerwaarde Robert A. Sirico, probeert in het artikel uit te leggen dat de Paus niet het werkelijke Libertarisme op de korrel wilde nemen, maar slechts de karikatuur ervan. Uit het artikel:
When the pope speaks of libertarian individualism, he has in mind something which he says “exalts the selfish ideal,” whereby “…it is only the individual who gives values to things and interpersonal relationships…” and where it is “only the individual who decides what is good and what is bad.”
Op mij komt Sirico’s betoog wat vergoelijkend en wat warrig over. Het Libertarisme zet mensen wel degelijk aan tot de claim op individuele keuzevrijheid. Het is daarmee potentieel in conflict met alles wat een “magisterium” claimt, of dat nu de staat met haar wetten is of een kerk of een opperste sovjet. Het is de volharding in het primaat van het eigen oordeel boven het “leergezag” van anderen. Libertariërs houden op grond van het axioma van zelfbestemming vol, dat ze zelf beslissen aan wie ze hun energie en hun liefde willen besteden; wat voor hen een juiste en wat voor hen een verkeerde keuze is.
De verantwoording voor de gevolgen willen ze zelf nemen. En daar kunnen ook filosofische en diepreligieuze redenen voor zijn. Mensen die geloven dat God zich toont in liefde zullen de vrijwilligheid van hun antwoord op God’s liefde als een absoluut axioma beschouwen. Simpelweg omdat afgedwongen “liefde” niet echt is. God laat het in hun ogen aan ieder mens zelf, individueel, over om op Zijn liefde te antwoorden. Dat inzicht is de basis voor het geloof in de vrije wil.
Ayn Rand en de egoïstische liefde
De opvattingen van Ayn Rand over liefde zijn uiterst relevant, want ze brengt liefde en seks direct in verband met “selfishness”, wat hier beter als “zelfliefde” als met “egoïsme” kan worden vertaald. In haar romans “The Fountainhead” en “Atlas Shrugged” heeft ze geprobeerd haar opvatting over romantische liefde uit te drukken: “the most properly selfish emotion there is”. De grote liefde is voor haar de herkenning van dezelfde deugden in de andere mens.
In het beroemde Mike Wallace interview uit 1959 over liefde en geluk legt Ayn Rand uit waarom liefhebben uit opofferingsgezindheid helemaal geen liefde is. Dit is ook de belangrijkste (emotionele) reden waarom ze zich sterk weert tegen het exploiterende karakter dat veel religies (“faith”) kunnen aannemen (“I have no faith, I hold convictions”).
Ze is van mening dat verliefdheid mensen ertoe aanzet zichzelf te verbeteren en zo waardiger te worden voor een relatie met hun ideale partner. Ze is in haar morele opvatting over romantische liefde zeker niet minder streng als sommige conservatieven in de RK kerk, die het verkiezen om Libertarisme in het smoezelige hoekje van Libertijnse seksverslaving te zetten. Kardinaal Sarah doet daarmee misschien onbedoeld hetzelfde als de schildering van anarchisme als bron van chaos en ellende, door mensen die de “rechtsstaat” willen propageren.