Pieter Omtzigt (CDA) is in zijn functie als Tweede Kamerlid op zwaktes van het Nederlands staatsbestel gestoten en stelt een aantal aanpassingen voor om de rechtsstaat te herstellen. De LP neemt Omtzigt’s suggestie voor een “nieuw sociaal contract” op en werkt aan een nieuwe Nederlandse Grondwet, die gebaseerd is op de twee libertaire basisprincipes: zelfeigendom en non-aggressie. We roepen op om hieraan mee te denken.
Het is de moeite waard om te luisteren naar wat Pieter Omtzigt zegt over het slecht functioneren van de rechtsstaat en de rol van Tweede Kamerleden. Hij vindt dat Kamerleden op persoonlijke titel in het Parlement de regering horen te controleren, ook als de eigen partij deel van de regering uitmaakt. Kamerleden hoeven wat hem betreft niet kritiekloos de eigen partijlijn te volgen. Omtzigt is hiermee in lijn met de Nederlandse Grondwet, die in artikel 67 zegt dat Kamerleden vrij zijn om te stemmen “zonder last“, dat wil zeggen zonder bindend mandaat, zoals hij/zij dat zelf wil.
Via de “partijdiscipline“, in strijd met art. 67, valt de politieke macht in Nederland uiteindelijk te herleiden tot slechts een handjevol mensen binnen de grotere politieke partijen, die met elkaar de lijnen uitzetten. Indirect spreekt Omtzigt een heel ander politiek systeem aan, dan wat nu in Nederland voortwoekert. Volgens hem zijn er veel te sterke bindingen tussen de wetgevende en uitvoerende macht, en hij herkent daarin een schending van het principe van de scheiding der machten. Hij vraagt zich af of er wel een “regeerakkoord” moet zijn en wil een sterkere rol voor de Kamer..
Systeem van wisselende meerderheden
Om te zien hoe het anders kan kun je naar Zwitserland kijken. De bondsregering bestaat uit een zevental ministers, uit vier partijen: socialisten (SP), christen-democraten (die Mitte), liberalen (FDP) en nationaal-conservatieven (SVP). Deze “Bundesräte” (“conseils fédéraux“) worden door het parlement gekozen en moeten qua profiel en werkstijl verteerbaar zijn voor hun politieke tegenstanders. Elke Bundesrat of Bundesrätin is directeur van de hun toevertrouwde departementen (ministeries). Ze zijn verplicht de besluiten van de “eidgenössisiche Räte” (de twee parlementen) uit te voeren; ook als ze het er niet volledig mee eens zijn.
Er is geen regeerakkoord. Besluiten worden met wisselende meerderheden genomen, al naar gelang het onderwerp. Ook partijen die geen minister leveren zoals de groenen of de groenliberalen kunnen grote invloed uitoefenen. Bovendien kunnen oppositiepartijen altijd hun toevlucht tot een referendum nemen.
Artikel 120 van de Nederlandse Grondwet
Wie ooit de Nederlandse Grondwet met hedendaagse ogen heeft bestudeerd zal het opvallen dat er bijzonder weinig “mensenrechten” terug te vinden zijn, en dat bij alle zogenaamde “grondrechten” een zinnetje staat: “behoudens de bij de wet gestelde beperkingen en uitzonderingen” of “behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet“.
Pieter Omtzigt zet in zijn boek “Een nieuw sociaal contract” het ontbreken van een Grondwettelijk Hof op de politieke agenda. Artikel 120 van de Grondwet zou hiervoor moeten worden afgeschaft want het bevat namelijk het “toetsingsverbod“. Letterlijk: “De rechter treedt niet in beoordeling van de grondwettigheid van wetten en verdragen“. In 1848 stelde Thorbecke al dat door dit artikel de wetgever feitelijk boven de grondwet zou komen te staan. Wanneer dan ook nog eens, zoal nu het geval is, via de partijdiscipline de wetgever en de uitvoerende regering onder één deken liggen, is de regering het hoogste gezagsorgaan en niet de bevolking. Toetsing van wetten aan “grondwettelijke rechten” is volgens de Nederlandse Grondwet niet eens toegestaan. Feitelijk betekent dit dat wanneer burgers in conflict komen met de overheid, de overheid altijd gelijk krijgt.
Gedupeerden kunnen dan nog hun toevlucht zoeken in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg hun beklag doen. Dat Hof heeft de Nederlandse overheid dan ook herhaaldelijk veroordeeld.
Pieter Omtzigt is hier tegen aangelopen doordat hij de onderste steen boven wilde krijgen in onder andere de kindertoeslagenaffaire. Het is geen wonder dat zijn vertrouwen in het systeem geschokt is. Hij is nog wel zodanig gebonden in het CDA-etatisme, dat hij over “herstel” spreekt, en niet over een geheel nieuwe Grondwet.
Nederland heeft anno 2021 echter een verouderde Grondwet, waarvoor men zich kan schamen. Als je wilt begrijpen hoe het komt dat de Nederlandse overheid zó over mensen heen kan denderen, dan ligt daar de bron.
Project: Libertaire Grondwet
Inmiddels zijn we via de Corona-crisis en de “action concerté” van “leiders” getuige van een nog nooit vertoonde inperking van vrijheden, waarbij deze vrijheden stuk voor stuk worden overgeheveld naar de (door de overheid verleende) “rechten” voor degenen die zich aan de wet onderwerpen.
“De geboorte van een recht betekent bijna altijd de dood van een vrijheid.” (Sully Prudhomme, Nobelprijs voor Literatuur in 1901)
Het is dringend nodig dat Nederlanders zichzelf een nieuwe Grondwet geven en een sociaal contract aangaan waarmee diverse waardestelsels zich kunnen identificeren. Dit kan aan geen enkel overheidsinstituut worden overgelaten, niet aan regeringen, niet aan een parlement, niet aan gerechtshoven of aan de Raad van State. Een samenlevingscontract spreken mensen met elkaar af. Vrijwillig. Uit vrije associatie, dus ook met de mogelijkheid het niet bij te treden. De bevestiging ervan kan alleen door de bevolking zelf tot stand worden gebracht.
Om dit project te verwezenlijken zoekt de redactie van Libertair Perspectief op deze weg geïnteresseerden. We doen een beroep op professionals als juristen en politicologen om zich te uiten, maar dit verhaal wordt vooral ook door “gewone” mensen opgesteld en becommentarieerd. Een team gaat vanuit een fundamentele discussie een ontwerp voor een nieuwe Nederlandse Grondwet opstellen. Een nieuw sociaal contract, met als fundament het principe van zelfeigendom en het non-aggressieprincipe.