|

Edwin Delsing

Provinciale- en waterschaps-verkiezingen

In 2023 zijn de provinciale verkiezingen. Er zijn een aantal provinciale afdelingen binnen de LP bezig om mee te doen aan die verkiezingen. Tegelijkertijd met de provinciale verkiezingen zijn de waterschapsverkiezingen. Wat doen provincies en waterschappen nou eigenlijk? Hoe worden provincies eigenlijk gefinancierd? Is een waterschap overbodig? En zijn er libertaire antwoorden op deze regionale bestuurslagen?

Provincies

Taken van een provincie zijn o.a. ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer, economie, milieu en toezicht op gemeenten en waterschappen. Op geen van die beleidsterreinen is de provincie de enige bestuurslaag die daarover gaat. In dit artikel komen de twee belangrijkste onderwerpen aan bod die de provincies het meeste bestaansrecht geven, namelijk ruimtelijke ordening en motorrijtuigenblasting.

Provinciale belastingen

Provincies halen ongeveer de helft van hun inkomsten uit belastingen en heffingen. Vooral uit de motorrijtuigenbelasting. Een kleiner deel komt uit de grondwaterheffing en uit de verontreinigingsheffing. De andere helft komt vanuit het Rijk (provinciefonds).1

Provincies uit de ruimtelijke ordening halen – woningtekort verantwoordelijkheid van provincies

De provincies ontlenen hun bestaansrecht grotendeels aan de ruimtelijke ordening. Ieder bouwplan moet ook aan provinciale regels voldoen. Zelf ben ik een planoloog (ZZP’er) en heb daar dus ook persoonlijke ervaringen mee. De provinciale regels en toets op bouwplannen zijn overbodig en vaak dubbel. Ook onder gemeenteambtenaren zijn de provinciale planologen niet populair. Zeker de grote steden trekken zich nauwelijks iets aan van de provincies.

De provincies bepalen van bovenaf  hoeveel woningen een gemeente mag bouwen. Op basis van behoefteramingen. Dat wordt per gemeente toegewezen. Het rare is dat die behoefteramingen tussentijds worden aangepast. De provincie heeft vanaf 2008 tot 2013 in veel gemeenten een bouwstop voor woningen opgelegd of het bouwen slechts zeer minimaal toegestaan. Dit vanwege de financiële crisis. Een reden voor de woningtekorten op dit moment is de bouwstop van woningen door provincies destijds. Het CPB concludeert dat ook2. En op dit moment zijn de ramingen weer gigantisch hoog. De provincie probeert dus voortdurend het goede getal te raden. En grijpt hard in, in de woningmarkt, door de aantallen te bepalen. Een pragmatisch standpunt van de LP kan zijn om de bouw van het aantal woningen compleet vrij te laten. En de hoeveelheid niet meer door een provincie of andere overheidslaag te laten bepalen. De overheid is niet de oplossing, maar het probleem. Ontwikkelaars en particulieren hebben vanuit zichzelf al een belang om niet voor leegstand te bouwen. Het CPB beveelt ook aan om de bevoegdheden van provincies te beperken 2.

Motorrijtuigenbelasting afschaffen?

De belangrijkste directe provinciale inkomstenbron is dus de motorrijtuigenbelasting. Via opcenten ontvangen de provincies jaarlijks zo’n 1,7 miljard euro aan motorrijtuigenbelasting3. De provincies zijn niet verplicht dat geld aan infrastructuur of mobiliteit uit te geven! Daar zijn de provincies vrij in. Je betaalt dus een zeer specifieke belasting naar gebruik/gewicht, maar het wordt vervolgens niet (geheel) aan infrastructuur besteed. Als je dan al een zeer specifieke belasting heft, geef het dan ook uit aan waarvoor het geïnd wordt.

De ANWB vindt ook dat als je dan een specifieke belasting heft, je het ook daar aan uit moet geven:

‘De ANWB vindt dat de opbrengsten van provinciale opcenten besteed moeten worden aan mobiliteit. Een verhoging van de opcenten moet altijd gekoppeld zijn aan extra investeringen in bijvoorbeeld wegen, fietspaden of treinen. De provincies moeten de automobilisten duidelijk inzicht geven in de opbrengst en besteding van de opcenten. Op wat langere termijn wil de ANWB dat de opcenten afgeschaft worden. Desgewenst kan dit gecompenseerd worden via het Provinciefonds of het introduceren van een andere provinciale belasting.3

ANWB

Het is niet helemaal duidelijk of de ANWB nou helemaal voor het afschaffen van motorrijtuigenbelasting is en voor privatisering van het wegenstelsel. Ze geven aan wel voor afschaffing van de motorrijtuigenbelasting/opcenten te zijn, maar ze geven anderzijds aan dat ‘desgewenst’ misgelopen inkomsten dan via een andere overheidsinstantie binnen kunnen komen. De grootste belangenvereniging voor de automobilist is in ieder geval van mening dat het huidige stelsel van belasten anders moet.

Het alternatief op motorrijtuigenbelasting

Auto’s houden zich niet aan provinciale grenzen. De hoogte van deze belasting verschilt ook per provincie. En de motorrijtuigenbelasting hoeft niet aan mobiliteit en infrastructuur uitgegeven te worden. De doelmatigheid voor deze zeer specifieke belasting lijkt dus onduidelijk.

De behoefte aan een goed wegenstelsel bestaat niet bij de gratie van de overheid. Een overheid brengt inefficiëntie en gigantische overheadkosten met zich mee. Terwijl het toch echt maar gaat om daadwerkelijk een plak asfalt op de grond leggen en bruggen te bouwen. Er is geen stimulans bij de overheid om te innoveren want er is toch geen concurrentie.

Een pragmatisch standpunt van de LP bij de eerstvolgende provinciale verkiezingen kan zijn om de provinciale wegen te privatiseren. Nut en noodzaak om wegen provinciaal te regelen ontbreekt. Laat dat aan andere private partijen over. Dit stoot dus ook het beheer en onderhoud af. Weggebruikers kunnen dan betalen naar gebruik. En de motorrijtuigenbelasting wordt dan afgeschaft.

Waterschappen

Waterschappen zijn verantwoordelijk voor de waterkeringszorg, het waterkwantiteitsbeheer en het waterkwaliteitsbeheer. En ze beheren de rioolwaterzuiveringen. Drinkwaterbedrijven zijn niet direct onderdeel van waterschappen. Drinkwaterbedrijven zijn publieke nutsbedrijven. Dat betekent dat overheidsinstanties volledig aandeelhouder zijn van die bedrijven. Vaak zijn dat gemeenten, provincies of waterschappen.

Waterbeheer wordt politiek

Discussies over het waterschap gaan over of ze wel of niet onderworpen moeten worden aan verkiezingen. En op dit moment gaat dat erover of de geborgde zetels moeten verdwijnen. De geborgde zetels zijn vaste zetels in het waterschap voor een aantal (ongekozen) benoemde vertegenwoordigers vanuit de landbouw, het bedrijfsleven en beheerders van natuurterreinen. Een interessant concept, ook voor landelijke politiek. Dit is directe inspraak voor branches die direct belang hebben bij de beslissingen die worden genomen. Onder leiding van Groen Links, D66 en Christen Unie worden de geborgde zetels nu flink ingeperkt. De bedrijven verliezen hun vertegenwoordiging. En het aantal geborgde zetels wordt minder per waterschap 4.

Geen goede ontwikkeling dat directe inspraak, die niet onderhevig is aan politieke agenda’s, wordt ingeperkt. Of het een groot verlies is, is nog maar de vraag. De poppetjes worden nu slechts vervangen. De reikwijdte, overheidsinmenging in waterbeheer en belastingheffing blijft hetzelfde. Met of zonder geborgde zetels. Waterkwaliteit en kwantiteit zijn technische aangelegenheden. Dit hoeft niet politiek gemaakt te worden. Een geborgde zetel meer of minder is dan slechts een detail. De geborgde zetels kunnen ook misbruik van het overheidsmonopolie maken. De overheid is niet de oplossing, maar het probleem. Dus haal politiek uit waterbeheer. Waterschappen zijn juist ontstaan door zeer decentrale oplossingen op kleine schaal. Met directe inspraak van de belanghebbenden. Samenwerken staat niet gelijk aan politiek. Voor samenwerken heb je geen extra bestuurslaag zoals het waterschap nodig.

Houd drinkwaterbedrijven uit handen van de overheid

Drinkwaterbedrijven zijn publieke bedrijven die volledig in handen zijn van provincies, gemeenten of waterschappen. Water is een eerste levensbehoefte. Geeft controle over het water een overheid te veel macht? In extreme gevallen kan dit een ‘wapen’ worden tegen de eigen bevolking. Dus is het misschien niet helemaal onschuldig om drinkwater in handen van overheden te geven. Een voorbeeld: waterschappen controleren uw en mijn ontlasting op corona en op drugsgebruik5. Water dat u gebruikt komt binnen via het drinkwaterbedrijf en gaat van u terug via het gemeentelijke rioolstelsel naar de rioolwaterzuivering van de waterschappen. Het RIVM stelt zelf dat: 

‘Deze partijen (waterschappen) overwegen om het rioolwateronderzoek in de toekomst in te zetten voor een bredere toepassing. Rioolwater kan op lokaal, regionaal en landelijk niveau informatie leveren over obesitas, diabetes, bepaalde vormen van kanker, medicijn- en drugsgebruik, microplastics en bestrijdingsmiddelen.5

Zoals wel vaker: de intenties zijn ongetwijfeld goed. Echter kunnen de overheidsmaatregelen draconisch zijn. Stel je voor: ‘LOKALE LOCKDOWN VOOR FASTFOODKETENS. TEVEEL OBESITAS IN HET WATER AANGETROFFEN!’. Hopelijk wordt dit nooit een krantenkop. Gelukkig kunnen ze het afvalwater (nog) niet per adres analyseren. Hugo de Jonge weet al waar de ongevaccineerden wonen6. Daar zou dit dan nog eens bijkomen.

Libertair perspectief op drinkwaterbedrijven en waterschappen

Volgens de wet mogen drinkwaterbedrijven niet geprivatiseerd worden7. Drinkwatervoorziening en rioolwaterzuivering kunnen echter prima geprivatiseerd worden. Dat is een waardevol product en een nuttige dienst. Waarbij efficiëntie en concurrentie de prijs kan drukken en de kwaliteit omhoog kan brengen. De huidige drinkwater’bedrijven’ hebben lokale en regionale overheden als aandeelhouder. En u kunt ook niet zelf kiezen welk drinkwaterbedrijf u wilt, want de afzetmarkten zijn al per regio vastgelegd. Ook kunt u niet bepalen wat er met uw afvalwater gebeurd. In tegenstelling tot het aardgas- en elektriciteitsnet kennen de Nederlandse waterleidingnetten een besloten karakter. Dat wil zeggen dat andere drinkwaterproducenten geen toegang hebben tot het net en dat klanten niet hun eigen waterleverancier kunnen kiezen. Er bestaat dan ook geen scheiding tussen de productie en de verkoop van het drinkwater enerzijds en het beheer van het leidingnet anderzijds, zoals dat in de wet onafhankelijk netbeheer is vastgelegd voor aardgas en elektriciteit.7 Een standpunt van de LP kan zijn om het waterleiding netwerk meer ‘open te gooien’, vergelijkbaar met het aardgas- en elektriciteitsnet. Ik kies dan bijvoorbeeld zelf voor een bedrijf die niet mijn afvalwater analyseert op allerlei ongevaarlijke stoffen.

Waterkwaliteit en -kwantiteit beschermen is een nobel streven, maar om daar nou 21 verschillende waterschappen voor in te  richten in een relatief klein land, gaat hier en daar wat ver. Dijken en waterveiligheid zijn wel degelijk belangrijk in Nederland. Die kunnen als onderdeel van onze defensie worden gezien. Het kan dus misschien wel handig zijn om centraal te regelen. Maar niet onderverdeeld in de 21(!) verschillende waterschappen die we nu in Nederland hebben, met allemaal hun eigen overheadkosten. Decentralisatie is goed. Meer bestuurslagen niet.

Conclusie

Standpunt van de landelijke LP is om democratische vernieuwingen door te voeren en meer autonomie voor provincies8. Provincies zijn in de huidige vorm misschien wel overbodige extra bestuurslagen, maar voor echte regionale autonomie zijn ze ook weer nodig.  Waterschappen zijn er al vanaf de 13e eeuw en ze zijn min of meer in stand gebleven. Hoog tijd voor wat vernieuwing of afschaffing. 

Een provincie die geen motorrijtuigenbelastingen meer heft, de provinciale wegen privatiseert, zich terugtrekt uit de ruimtelijke ordening, niet de aantallen woningen dat gebouwd mag worden bepaalt en geen grond meer bezit, is al een goede eerste stap in de libertaire richting. En waterbeheer en drinkwater zomaar in de handen van de overheid laten, is niet onschuldig. Denk aan het voorbeeld van het controleren van uw en mijn ontlasting op coronavirusdeeltjes en resten van drugsgebruik. Wilt u uw water overlaten aan de grillen van de markt of aan de grillen van de overheid?

Er zijn geluiden binnen de LP om niet een ‘reguliere’ politieke partij te zijn, dus moet de LP überhaupt wel meedoen aan die verkiezingen? Veranderingen van onderop én meedoen aan politieke verkiezingen hoeft elkaar niet te bijten denk ik. In dit artikel worden in ieder geval een paar suggesties voor pragmatische libertaire standpunten genoemd. Dit soort bestuurslagen zijn niet de oplossing, maar het probleem. Hopelijk kunnen de provinciale afdelingen van de LP een mooie libertaire invulling geven aan hun campagne. Succes met de voorbereidingen!

Voetnoten en links:
1https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/financien-gemeenten-en-provincies/belastinginkomsten-en-specifieke-uitkeringen-gemeenten-en-provincies/provinciale-belastingen
2https://www.cpb.nl/sites/default/files/omnidownload/cpb%20boek%20woningmarkt%20-%20boek%2033.pdf
3https://www.anwb.nl/auto/autobelastingen/provinciale-opcenten
4https://www.nieuweoogst.nl/nieuws/2022/05/31/landbouw-behoudt-geborgde-zetels-in-waterschapsbesturen
5https://www.rivm.nl/coronavirus-covid-19/onderzoek/rioolwater
6https://www.metronieuws.nl/in-het-nieuws/binnenland/2021/12/twitter-uitspraak-hugo-de-jonge-postcode-ongevaccineerden/
7 https://nl.wikipedia.org/wiki/Waterleidingbedrijf#Nederland
https://stemlp.nl/standpunten/democratie-en-bestuur/