Goal 6: Clean Water and Sanitation

|

Tom Wentzel

Sustainable Development Goal 6 – Schoon water en sanitair

In deze uitgave vind je episode 6 van onze VN-SDG serie, over schoon water en sanitair. Nou, wat valt daarover vanuit ons perspectief te zeggen? Drinkwater kan schaars worden wanneer je met z’n allen op een kluitje gaat wonen. Dan moet je je “met z’n allen” organiseren om schoon water ergens vandaan te halen. Watervoorziening is van oudsher een schoolvoorbeeld van vrijwillige samenwerking. Want als je het niet doet, dan heb je niet te drinken en ga je dood. Op dezelfde manier wisten de Romeinen ook al manieren te vinden om met de excreties van de samenleving om te gaan: de cloaca maxima, oftewel het Grote Riool.

De Verenigde Naties heeft niet vergeten dat beide zaken, schoon water en afvalwater(zuivering), nog steeds een Duurzaam Ontwikkelingsdoel voor het jaar 2030 nodig hebben: Sustainable Development Goal nummer 6. Het lijkt echter alsof ze met dit Doel een open deur intrappen:

“Everyone on earth should have access to safe and affordable drinking water. That’s the goal for 2030. While many people take clean drinking water and sanitation for granted, many others don’t. Water scarcity affects more than 40 percent of people around the world, and that number is projected to go even higher as a result of climate change. If we continue the path we’re on, by 2050 at least one in four people are likely to be affected by recurring water shortages. But we can take a new path—more international cooperation, protecting wetlands and rivers, sharing water-treatment technologies—that leads to accomplishing this Goal.”

De cijfers in dit citaat, te lezen op de website van de VN-webshop zijn wat slordig. Eerst bestaat er een actuele waterschaarsheid voor maar liefst 40% van de wereldbevolking, vervolgens zeggen ze dat – als “we” niets doen – door klimaatverandering in het jaar 2050 op zijn minst één op de vier mensen (25%!) last krijgt van regelmatige waterschaarste. Dit suggereert dat de klimaatverandering het probleem juist reduceert.

Afgezien van de vraag of de klimaatverandering het allemaal wel zal regelen, wie kan het eigenlijk niet ermee eens zijn dat iedereen schoon drinkwater (of Coca-Cola) heeft? Maar denk je niet dat weinig dorstende mensen erop zouden moeten wachten totdat de verzamelde overheden hun het water komen aanreiken? 

Libertair Perspectief op drinkwatervoorziening

Is de voorziening van schoon drinkwater een kerntaak van de overheid? Niet alleen Libertariërs weten dat mensen, waar ze ook zijn, onmiddellijk ervoor zorgen dat ze genoeg drinkwater hebben. Mensen zijn geboren organisatoren. Samenwerken, het opzetten van coöperaties en verenigingen om nederzettingen van schoon drinkwater te voorzien is een beproefde manier om in leven te blijven. Maar schoon water is niet echt een public good dat voor niks uitgereikt wordt. Natuurlijk is water aan de bron gratis. Als je dat wil, ga het dan ook maar zelf halen. We investeren feitelijk in de distributie en opslag van drinkwater. Dat heeft een prijs en we willen dat het toegankelijk is.

Het is onverstandig om iets van levensbelang als vanzelfsprekend te beschouwen en aan één enkele monopolist over te laten. Als er iets misgaat of je bent slachtoffer van woeker dan is weliswaar de schuldige gauw bekend, maar dat baat je niks als je sterft van de dorst. Jezelf en je dierbaren van schoon drinkwater te voorzien kun je beter als je eigen verantwoordelijkheid blijven zien. Als je die delegeert moet je ervoor zorgen dat je over die levensbehoefte de baas blijft.
Het onthouden van drinkwater aan wie dan ook is een daad van agressie, waartegen verweer moreel gerechtvaardigd is. Het vervuilen of zelfs vergiftigen van bronnen van drinkwater is een misdaad.

Verantwoording voor vervuiling – een libertair antwoord

Het antwoord van de autoritaire overheid op potentiële vervuilers is: regels, naleving (“compliance”) eisen, vergunningen verlenen, controle, handhaving, boetes en de vergunning weer intrekken.
Daartegenover staat het principiële libertaire antwoord, het Non-Agressieprincipe. Dat is veel harder ten opzichte van vervuilers: volledige compensatie aan degenen die schade oplopen. Het gaat terug op het natuurrecht op wraak. Het principe is: ga je gang(1), maar iemand die iets vervuilt wordt gedwongen om zijn rommel zelf op te ruimen en de toegebrachte schade aan anderen volledig te vergoeden. De taak van de overheid in een libertaire maatschappij, de “nachtwakersstaat”, is het garanderen van de veiligheid van haar bewoners. De misdaadbestrijding in die staat zal compensatie voor slachtoffers van misdaad afdwingen. Dit is de enige soort van dwang die een libertaire samenleving toelaat.

“Een vergunning van de overheid kan ertoe leiden dat juist de vervuiler beschermd is”

 Het principe “de vervuiler betaalt” zullen veel mensen onderschrijven. Vertegenwoordigers van overheden zullen beweren dat dat in de huidige maatschappij al lang zo werkt, maar dat klopt niet. En dat ligt volgens ons primair aan de rol die de overheid als “autoriteit” inneemt. Vergunningen worden in onze overheids-bestuurde maatschappij vaak tot een middel om risicovol handelen te autoriseren. Bij problemen kun je je erachter verschuilen. De vergunningverlener op zijn beurt verschuilt zich achter de adviserende experts. Die vonden het handelen immers toelaatbaar? Een vergunning kan zo ertoe leiden dat juist de dader beschermd is. Het wordt een soort verzekering: de schuldvraag wordt afgewenteld op het collectief en de compensatie aan de slachtoffers is onvolledig, wordt op “de maatschappij”, anderen dus – belastingbetalers – afgewenteld of de compensatie aan de slachtoffers wordt daarbij helemaal vergeten. De afwenteling van verantwoordelijkheid op het collectief wordt dan tot collectivisme: niemand is verantwoordelijk. Particuliere huizenbezitters in Groningen kunnen dit bevestigen. Functionerende verzekeringen kunnen we misschien maar beter aan professionele maatschappijen overlaten dan aan een organisatie die door de politicus van de dag wordt bestuurd.

Als er in die zin geen vergunningverlener zou bestaan, als je weet dat je volledig verantwoordelijk gehouden wordt voor wat je een ander aandoet, dan kijk je wel uit. Dan weeg je de risico’s van je handelen beter af en reserveer je een eigen of een uitbesteed fonds (verzekering) voor schadevergoeding.
Particuliere verzekeringsmaatschappijen zullen er alles aan doen om de schade op de veroorzaker te verhalen. Je moet de vraag stellen: zou de overheid dit niet ook moeten doen? In plaats daarvan zie je vaak dat er na rampen vooral op “verzoening” gespeeld wordt. Verzoeningscommissies worden ingesteld. De overheid ziet zich dan als intermediair tussen de belangen van de vervuiler en de belangen van degenen die met de rommel blijven zitten. En dat mechanisme is nog des te sterker wanneer de overheid zelf de vervuiler is.
 
In hoofdstuk 8 van haar boek “Healing our world, the compassion of Libertarianism”(2), geeft Libertair auteur Mary Ruwart voorbeelden en overtuigende argumenten voor een libertarische aanpak van de bescherming van het milieu. Ze laat zien dat in de VS de overheid op afstand de grootste vervuiler is. Ze argumenteert dat het beter is om grond in privé-eigendom, respectievelijk in privé-gebruiksrecht, te hebben omdat personen en organisaties die een (zakelijk) belang hebben er meer zorg voor dragen en ernaar zullen streven om de productiviteit van die grond te verhogen. Dat er ook mensen en organisaties (verenigingen) zullen zijn die grond bezitten om er de natuur zijn gang te laten gaan is prima. Maar het is niet rechtvaardig wanneer die met afgedwongen belastinggeld eigendom verwerven. Dan wordt de overheid als instrument misbruikt om de particuliere belangen van bepaalde groepen te dienen. Ook stelt Mary Ruwart in haar boek dat publieke voorzieningen – ook de openbare nutsbedrijven – regelmatig het dubbele kosten van de waarde die ze toevoegen.

Hygiëne, afvalwaterzuivering, mest en stikstofdepositie.

SDG 6 pleit ervoor dat overal ter wereld basishygiëne is en vervuiling wordt tegengegaan. Dat willen Libertariërs ook. Waar het om gaat is hoe “de mensheid” dat organiseert. Via een top-down model, waarbij centraal gepland wordt en een plan via instructies van autoriteiten wordt uitgevoerd? Of beginnen we vanuit de basis, coördineren en distribueren we vanuit onze waterbronnen, en bouwen we voort in het vertrouwen op het zelforganiserende vermogen van de menselijke soort? Bedenk dat ons “westerse” succes aan het laatste te danken is.
Wij achten het bewezen dat waar meer vrijheid is, meer welvaart ontstaat. Wanneer overheden, vaak met de beste bedoelingen, vrijheden beperken dan zien we dat er vaak averechtse effecten ontstaan zoals inefficiëntie, inflexibiliteit of onrecht. Het Libertarisme stelt dat monopolies in vrije samenlevingen niet zullen ontstaan.

Waar SDG6 nog maar een onbeduidend papieren tijgertje is(3), zitten we in Nederland actueel met een heel ander probleem.

Lijken, Urine en mest behoren tot de voedselkringloop. De bedoeling is dat al ons “afval”, terugkeert naar de grond war het vandaan komt. Ashes to ashes zogezegd. Als we even inzoomen op de gebonden stikstofatomen (NH4, NO3) in dat “afval”, dan zien we dat die verbindingen na een oogst actief aan akkerbouwgrond teruggegeven moeten worden. Voeg je echter meer toe dan dat je ervan afhaalt dan is er overbemesting en kan een deel in “het milieu”, vaak het oppervlakte- en grondwater, achterblijven. Overbemesting, doordat in de intensieve landbouw veevoer en kunstmest naar Nederland worden geïmporteerd kan dan voorkomen worden door overtollige mest te exporteren of te de-nitrificeren met bacteriën die de klus graag voor ons klaren en pure stikstof aan de atmosfeer vrijgeven. “Het stikstofprobleem” hoeft echt geen landbouwprobleem te zijn. Het is gewoon een kwestie van organiseren, en het lijkt er ook hier weer op dat de verzamelde bestuurlijke overheden beter in het veroorzaken dan in het oplossen van problemen zijn.

Voetnoten:

1) Laisser-faire berust op een essentiële hypothese: de handelingen van elk mens met het oog op zijn eigen belang draagt ​​uiteindelijk bij aan het belang van allen. Deze hypothese wordt samengevat door de beroemde uitdrukking van Adam Smith, “de onzichtbare hand“, ontleend aan The Wealth of Nations (1776) over ondernemers (destijds voornamelijk kooplieden en ambachtslieden): “Door [zijn zaken] zo te leiden dat het product van zijn onderneming de hoogst mogelijke waarde heeft – hij denkt daarbij alleen aan zijn eigen gewin – wordt hij, […] geleid door een onzichtbare hand om een ​​hoger doel te bereiken dat geenszins in zijn bedoelingen past.
Deze ‘harmonie van belangen‘, om de woorden van Frédéric Bastiat te gebruiken, is de basis van het (klassiek) liberalisme.
De Filosofie van de Vrijheid, het Libertarisme, onderbouwt deze stelling.

2) Ruwart, Mary J. “Healing the world, the compassion of Libertarianism”, SunStar Press, Michigan USA, 1992.
Een samenvatting vind je hier: https://www.ruwart.com/environ.lpn.wpd.html
De gehele tekst van het boek kun je als PDF downloaden. Hoofdstuk 8 “Destroying the Environment” begint op pagina 97:
https://www.ruwart.com/wp-content/uploads/2012/09/Healing-Our-World-The-Other-Piece-of-the-Puzzle-1993.pdf

3) SDG 6 en de subdoelen in het Nederlands:
https://sustainablegoals.nl/sdg6/